Als wij aan bijen denken gaat de gedachte snel uit naar de honingbij, dit huisdier dat ons voorziet van honing en onze gewassen bestuift. Maar naast deze bij komen er nog meer dan 350 andere soorten bijen voor in ons land, allen ook in meer of mindere maten belangrijk voor bestuiving. De meeste wilde bijen zijn solitair levende bijen, verdeeld over zandbijen, metselbijen, wespbijen en nog veel meer. Uitzondering op de solitaire levende wilde bijen zijn hommels die op beperkte wijze in kleine volkjes leven. Ondanks dat het met de honingbij in is land, zeker in de regio van Boskoop, een stuk beter gaat dan voorheen gaat het met veel Wilde bijen niet goed. Door onder meer gebrek aan voedselplanten en schuilgelegenheid gaat het niet goed met de Wilde bij in ons land. Vaak zijn wilde bijen ook afhankelijk van specifieke planten en bloemen voor betreffende bijensoort. Het ontbreken van biodiversiteit wordt als belangrijke factor gezien voor problemen met zowel Honing- als Wilde bij.
Deze workshop worden we bijgepraat over de rol van de bij in de boomkwekerij. Henk van de Smit (Greenport Boskoop) stelde in zijn inleidend praatje de vraag of de bij nu een vijand of vriend van de boomkwekerij is. Hierop kon hij ook gelijk antwoorden dat de bij een vriend is voor de boomkwekerij. Het wegvallen van bestrijdingsmiddelen om de bij te beschermen kan voor veel kwekers als moeilijk worden ervaren maar door het sparen van de bijen op je kwekerij bevorder je ook de aanwezigheid van natuurlijke vijanden voor bijvoorbeeld het opruimen van bladluizen. Ook groeit bij de consument het besef dat bloeiende planten nodig zijn voor een gezonde bijen populatie. Als producent van deze bloeiende planten juichen wij het dan ook toe dat consument tegels in de tuin vervangt voor planten om zo bijen van voedsel en onderdak te voorzien naast alle andere reden die pleiten voor een groene omgeving. Naast de consument kunnen ook gemeente en andere terreinbeheerders bijvoorbeeld hun maaibeleid aanpassen en aanplanten/zaaien van de bij-vriendelijke gewassen. Steeds meer gemeente zien hier, wellicht ook onderdruk van de publieke opinie, de noodzaak van in vooral omdat zij door grote oppervlakten een significante rol spellen in de biodiversiteit en daarmee het welzijn van de bij.
Wilco Dorrestein (Delphy, Blijmetdebij) ging o.a. in op keuze in gewasbeschermingsmiddelen. Verschillende tuincentra hebben lijstjes met middelen die zij niet op hun planten willen hebben, al dan niet terecht. Het gaat dan voornamelijk om neonicotinoïden. Juist middel keuze en toepassen volgens etiket kan schade aan bijen maar ook natuurlijke vijanden van plaaginsecten voorkomen of beperken. Een selectief middel voorkomt bijvoorbeeld schade aan andere insecten dan het plaaginsect wat bestreden word. Een hulpmiddel bij gewasbeschermingsmiddelen kan de Milieumeetlat van CLM zijn. Handig is ook deze toolkaart “Wijs middelengebruik boomteelt” Zelf gebruiken wij op onze kwekerij geen chemische middelen om bladluis te bestrijden. Soorten die we kweken hebben meestal geen last van bladluis. Terug dringen van chemie in de boomkwekerij begint bij kweken van sterke/gezonde soorten. Mocht aanpak toch nodig zijn gebruiken we biologische middelen.
Op internet is er veel te doen om het zaaien van bloemenmengsels om zo biodiversiteit in het landschap te vergroten en daarmee dus de bijen te helpen. Nadeel van veel van deze mengsels is dat die pas in de zomer gaan bloeien. Ook passen minder gecultiveerde beplanting vaak niet in onze netjes geharkte tuinen en plantsoenen. Met bomen, heesters en bijvoorbeeld bolgewassen kun je het aanbod bloeiende planten jaarrond vergroten. Voor kwekers is het daarom van belang te weten wat onze bloeiende gewassen voor bijen kunnen doen en dit te communiceren met je afnemers.
Menno Reemer (EIS) praat ons bij over vooral de verschillende wilde bijensoorten. De noodzaak van bloeiende planten, soms zelfs soort specifiek, en nestgelegenheid in directe omgeving. De meeste wilde bijen leggen geen grote afstanden af om voedsel te zoeken. Nest gelegenheid en bloeiende planten mogen daarom niet te ver uit elkaar leggen. Wilde bijen hebben afhankelijk van de soort ook zo hun eigen nestgelegenheid. De meeste hommels bijvoorbeeld maken hun nest in de grond terwijl metselbijen hun nest maken in hollen takjes of ander hol materiaal of bijvoorbeeld bijenhotel. Wilde bijen hebben een groot aandeel in het bestuiven van onze gewassen zeker als meerdere soorten bijen actief zijn op het zelfde gewas. Tomaten kunnen bijvoorbeeld niet door Honingbijen worden bestoven maar wel door hommels door de frequentie van trilling van hun vleugels waardoor stuifmeel loslaat. Een goede bestuiving is nodig om goede vruchten van fruitbomen te kunnen plukken. Een peer of appel die niet voldoende bestoven is loopt kans op misvorming en houdbaarheid is vaak minder.
Na deze inleiding over de wilde bij was het gezien het weer (tussen de buien door) tijd om bijen in de sortimentstuin Harry van de Laar te gaan zoeken en determineren. Leuk om te zien het verschil in aantrekkelijkheid voor bijen van verschillende bloeiende gewassen. Na ons uitstapje buiten gingen verder in op het onderscheiden van de bijensoorten. Naast bijen was er dan ook nog aandacht voor zweefvliegen. Zweefvlieg doen aan mimicry het nabootsen van in geval van de zweefvlieg van bijen en hommels om zo hun natuurlijke vijanden te misleiden. Zweefvliegen hebben naast bestuiving ook een groot voordeel voor de boomkwekerij. De larve van de zweefvlieg eten namelijk bladluis en spintmijten. Door een goed gewasbeschermingsbeleid kan je dus natuurlijk vijanden van de plaaginsecten (zweefvlieg, sluipwesp, galmug, oorworm, lieveheersbeestjes en soldaatjes) sparen, maar door bloeiende gewassen op de kwekerij kan je ze ook naar de kwekerij lokken.
Al met al een interessante middag met goede gesprekken. Dank aan Elisa Lijster (CLM, Bee Deals) gemeente Alphen aan den Rijn en Stichting Greenport Boskoop voor de organisatie.
Kijk ook eens op: Bestuivers.nl